logo

openingstoespraak Kester Freriks

Geachte dames en heren,

Het is een grote eer op verzoek van Stichting Dag Lochem de tentoonstelling Madame Vaudry van Tjibbe Hooghiemstra te mogen openen in de entourage van deze Grote of St. Gudulakerk hier in Lochem. Juist de kunstwerken van Hooghiemstra op deze historische plek spreken tot de verbeelding.

Kester Freriks

De volledige naam van de expositie luidt: Madame Vaudry 1863 Tjibbe Hooghiemstra 2014. Wie is deze geheimzinnige dame met die prachtige Franse naam, geen Mademoiselle dus maar een Madame? Ze is een grote onbekende, omringd door raadsels, verdwenen in de geschiedenis. Maar gelukkig, ze is aan de vergetelheid ontsnapt dankzij de gelukkige hand van Tjibbe Hooghiemstra die in een antiquariaat in Wales een ontdekking deed: tussen halfvergane prenten, atlassen van weleer vond hij een gekartonneerd geschrift met gedroogde bloemen in de vouw verborgen. Een herbarium; niets lijkt vluchtiger en kwetsbaarder dan een herbarium met de gedroogde bloemen erin die fragiel als kant zijn. Maar dit herbarium is meer: voor Madame Vaudry lijkt het een geheim dagboek, ze gunt ons als het ware een blik in haar intieme boudoir: de bloemen zijn niet zomaar bloemen, geplukt op een akker of in het veld, maar het zijn bloemen uit boeketten die haar geschonken zijn door wie weet geheime liefdes, haar amants, die zich bevinden op Schotse kastelen. Ze heeft de data in mei en juli van het jaar 1863 erbij geschreven.

[Lees verder]

Liefdesbloemen dus, deze voorjaars- en lentebloemen van Madame Vaudry. We kunnen ernaar gissen, je zou er een hele roman aan kunnen wijden, maar de jaren tussen 1863 en 2014, die anderhalve eeuw plus een jaar, zijn dichterbij dan we denken; hoe teder de droogbloemen ook zijn, in de kunstwerken die in deze gewijde omgeving zijn geëxposeerd, nemen de bloemen van de zomer van 1863 mee naar de zomer van nu, van 2014.
Bloemen hebben betekenis voor mensen; in de Victoriaanse tijd van Madame Vaudry was elke bloem symbool: de roos voor liefde, de rode anjer voor passie, de klaproos bijvoorbeeld voor slaap en dromen. Maar bloemen hebben ook een alomvattende maatschappelijke betekenis, en hier ligt de kracht van de tentoonstelling Madame Vaudry: de kunstwerken verwijzen naar de Portugese Anjerrevolutie, de Bestorming van de Bastille, de Dag van de Arbeid. De geheime liefdes van Madame Vaudry krijgen een wereldomspannende betekenis. De bloemen zijn te voorschijn gekomen uit de stille vouwen van het herbariumboek en verbinden zich met de wereld; het verborgene is aan het volle daglicht gekomen.

Overal heb ik Madame Vaudry gezocht, nergens gevonden. Ze leeft in haar gedroogde zomerbloemen. Om haar tóch op het spoor te komen reisde ik naar het Drentse Lieveren, in Noordenveld. Daar in het atelier was zij op een bijna mystieke manier aanwezig. Tjibbe Hooghiemstra had tulpen in een vaas geplaatst, en die waren verwelkt; er lagen her en der bloemen op de werktafels verspreid, en die keren terug op de kunstwerken. Ook het herbarium lag er, opengeslagen als een kostbaar kerkboek. Het verleden is tastbaar aanwezig, daar in het atelier met het zuivere noorderlicht dat naar binnen valt en waardoor alles scherpe contouren krijgt. Hooghiemstra is geboeid door het verleden, en dat uit zich in zijn speurtochten naar historische atlassen en eeuwenoude landschappen, bijvoorbeeld in Ierland. Nu ben ik zelf een bewonderaar van historische kaarten en ik kan uren naar atlasbladen kijken uit lang vervlogen eeuwen, en dan is het alsof de tijd niet bestaat; ik zie de landmeters het land in beeld vangen, de kaartenmakers die de meridianen en lengtegraden intekenen, de zeekapiteins die onontdekte gebieden in kaart brengen.

Ook moet ik erkennen: ik kreeg een schok in het Lieverense atelier. Sommige van die atlasbladen dienen als ondergrond van de kunstwerken, er is overheen geschilderd en met Oost-Indische inkt geschreven, geheimzinnige tekens als hiërogliefen stonden erop.  Het leek ontheiliging van de heilige kaarten, want betrouwbare kaarten  waren in vroeger tijden van levensbelang, en eigenlijk zijn ze dat nog steeds.
Ik verdwaal altijd, behalve als ik een kaart uit de de achttiende of negentiende eeuw raadpleeg, dan ben ik thuis, alsof ik eigenlijk in die wereld thuishoor. Het is die wereld die ik ‘ begrijp’, die ik moeiteloos kan betreden.

Het is juist dankzij die samenhang van het kaartblad uit een ver verleden met hedendaagse expressie dat aan de kunstwerken een bijzondere spanning verleent, een sensatie van ver verleden tijd en hedendaagse tijd, van toen en nu. Kijken we goed naar Hooghiemstra’s kunstwerken dan zien we de tijd van het vroegere kaartblad door het hedendaagse werk heen schemeren, alsof zich daar een tweede werkelijkheid schuilhoudt die zich slechts met de grootste moeite prijsgeeft. Dat geldt ook voor de boeketkunstwerken van Madame Vaudry. Bloemen lijken te bloeien voor zichzelf, zoals ze daar staan in het veld. Maar zodra mensen een ontmoeting aangaan met bloemen, een ontmoeting die vaak een verwachting is, een gebeurtenis, dan verandert de bloem als een in zichzelf verzonken voorwerp van schoonheid in een symbool.

Mijn eerste kennismaking met het werk van Hooghiemstra was tijdens de tentoonstelling Wetter in het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek. Daar werd ik getroffen door enkele indringende, ruige werken in scherp gestoken zwart-wit van arctische zeeën en zeelandschappen. Die schetsmatige evocatie van een ijzige wildernis sprak meteen aan. Nu zien we werk dat geheel aan de andere kant van het schilderkunstige spectrum staat: de florale fijnzinnigheid van Madame Vaudry, waarmee Hooghiemstra zich plaatst in een traditie van het Nederlandse bloem- en fruitstilleven. In de zeventiende-eeuwse schilderkunst toont, eerst aarzelend, dan in volle glorie, het bloemstilleven zijn pracht en schoonheid. Met uiterste nauwkeurigheid krijgen bloemen, vlinders daarop, rupsen tussen het blad, dauwdruppels op de rozenbladeren een weergave die grenst aan het onwaarschijnlijke: het is alsof de bloemen geuren en leven, je kunt ze aanraken, bijna kun je de geschilderde bloemen plukken en in een herbarium sluiten, als verscholen in een hoek van de tijd.
Misschien moeten we vanaf vandaag twee nieuwe bloemvariëteiten munten: de Madame Vaudry-tulp en de Tjibbe Hooghiemstra-anjer.

Hiermee is het verhaal rond, zijn we van echte bloem naar geschilderde bloem gegaan, van vergeten droogbloem naar levende getekende bloem, het duizelt ons misschien wel voor ogen, zomerbloemen uit het verleden zijn zomerbloemen in het heden, van het ijle van de bloem reizen we naar de revolutionaire Franse iris uit de Franse Revolutie, en juist omdat de taal der bloemen ons zo gelukzalig doet duizelen verklaar ik graag de tentoonstelling voor nu geopend en wens u een inspirerende kennismaking met de getekende liefdesbloemen van Madame Vaudry.
Ik dank u voor uw aandacht.

 

Kester Freriks

Lochem, Grote of St.-Gudulakerk, 5 juli 2014 ter gelegenheid van de Zomertentoonstelling Madame Vaudry 1863 Tjibbe Hooghiemstra 2014.