logo

AVOND VAN DE POËZIE

Vanaf 2000 vindt elk jaar op de laatste donderdag van januari de Nationale Gedichtendag plaats. Stichting Dag Lochem organiseert – vanaf het begin – op die dag de Avond van de Poëzie. Er worden mensen uit de regio uitgenodigd, die hun drie favoriete gedichten voordragen. De voordrachten worden afgewisseld met muziek.

De gedichten worden gebundeld in een mooi uitgevoerd boekje. Dat boekje is op de Avond van de Poëzie te koop en daarna verkrijgbaar bij Boekhandel Lovink. In 2010 was ook een CD van de muziek verkrijgbaar. Informatie over de landelijke Gedichtendag vindt u op Gedichtendag

Hieronder de sinds 2003 verschenen boekjes mét de volledige teksten.


 

Avond van de Poëzie 2020

Klik op de afbeelding voor een grote versie. Terugkeren doe je door het nieuwe tabblad te sluiten.

Avond van de Poëzie in de Synagoge

Zes stadgenoten lezen gedichten voor en lichten hun keuze toe.

Hun persoonlijke verhaal geeft een extra dimensie aan de voordrachten.

Muzikale omlijsting: Bennie Waanders, saxofoon.




Avond van de Poëzie 2019

Lees de hele bundel

Een lege plek om te blijven

XII

Geef mij maar de brede, de trage rivieren,
de bewegingen die je niet ziet maar vermoedt,
de drinkende wilgen, de zinloze dijken,
een doodstille stad aan de oever.

Geef mij maar de winter, het armoedige
landschap, de akker zonder het teken van
leven, de kracht van krakende heide.

Geef mij maar de kat als hij kijkt voor
hij springt, om te vechten, te vluchten,
te paren, te jagen, als hij kijkt.

Geef mij maar een paard in galop, maar
op zijn zij in het gras. Geef mij

maar een vraag en geen antwoord.

Rutger Kopland (1934-2012)



Avond van de Poëzie 2018

Lees de hele bundel

Sonnet voor 456 letters

en hier gebeurt het allemaal: vanbinnen
liggen de zinnen doodstil ingeklapt
als chromosomen, diep onder mijn kaft.
ze wachten op een oog om te beginnen.
u leest – en loom weet zich een vers te ontspinnen.
het was een val, u bent erin getrapt.
geen geld of eeuwigheid wordt u verschaft.
hooguit een ander heeft hier bij te winnen.
andermans letters kapen uw gedachten:
mijn minutieus verzonnen DNA
heeft uit het niets al wat bestaat onttroond.
mijn lichaam fonkelt op geroofde krachten.
voel hoe ik groei en blakend openga.
wie leest, wordt door het leven zelf bewoond.

Ramsey Nasr (*1974)

 

 



Avond van de Poëzie 2017

Lees de hele bundel

 

Carmen V

Leven, liefste Lesbia, en liefde
De kwaaie praatjes van betweterige oude
mannen – geven we daar geen duit om!
Zonnen kunnen opkomen en ondergaan,
maar als voor ons eenmaal het korte daglicht
dooft, rest ons één eeuwige nacht van slapen.
Geef me duizend zoenen, en dan honderd,
Dan een tweede duizend en een tweede
honderd
en nog eens duizend en nog honderd;
als we dan de honderdduizend hebben volgemaakt,
vegen we alles uit: zo weten wij niets
en kan geen boos oog vat op ons hebben
wanneer hij de som onzer zoenen kende.

Catullus (ca. 84 - ca. 50 v.Chr.)



Avond van de Poëzie 2016

Lees de hele bundel

 

Heftan tattat!

Zundag weer verjöarsvezeet
En iej wet wa hoo dat geet:
Herman hef zoo zeek ewes,
Graads mut ok weer oonder t mes
Trui hebt z’ alns a vort enomn,
Kloas is oet de tied ekomn,
Leida hef zonne pien in t lief,
oo, dat aarme, aarme wief.
En hoo is t dan noe met Bernard?
Heftan tattat! Heftan tattat!
Hee har völs te völ patat had
En doo hef e t dus an t hart had.

Dat genöal, oo man oo man,
Doodzeek goa’j op hoes op an.

Willem Wilmink (1936-2003)



Avond van de Poëzie 2015

Lees de hele bundel

 

Logos

Vandaag heb ik een woord gered,
het lag versteend,
verlaten in een groeve.

Bij toeval liep ik langs,
hoorde een gekerm
van kalk en kiezelzand,
kantelde een blok.

Het kwam vrij,
de echo, de geuren,
de slierten ademhaling,
een transparante mantel.

Het wikkelde zich
verliefd haast om mijn hals,
het woord dat daar begraven lag.

Fred Tak (*1955)


Avond van de Poëzie 2014

Lees de hele bundel

Voor Gerrit

Ze zeiden dat je milder was geworden.
Hij is versoepeld de laatste tijd
verdomd, en schopt niet meer als vroeger.

Ik ken je weinig langer dan vandaag
kwam voor je vijandschap te laat
maar lieve Gerrit, nu je dan voorgoed

bedaard in je gedichten woont
de resten uitgezaaid tussen planken
nu je zonder stem, zonder koperen stem

nu je navelloos, nergens je stem –
kom dan dichter, met je tedere afstand
grijp je vast en vertak, geef ons hier

voor de laatste ondergrondse keer
je donkere kus van de poëzie.
Als ik ooit in dit leven wortelschiet

zal het door jou zijn. Alleen op papier
vinden de vogels reservenesten
bouwen de mensen zichzelf een land.

Ik wilde vandaag een reservedood bouwen
mijn dikke, dunne, zieke Komrij
om enkel de dood in op te vouwen.

Ramsey Nasr (*1974)

 


Avond van de Poëzie 2014 Avond van de Poëzie 2014


Avond van de Poëzie 2013


Lees de hele bundel

 


Ten geleide

Wij die in weerwil van de tijd
het onverdraaglijkste verdroegen
vanaf dat wij de weg insloegen
die naar voorbij de einder leidt,

beseffend dat wij, juist omdat
wij haakten naar het allerhoogste,
wat is gezaaid niet zullen oogsten,
wij gaan het ongeweten pad

tot aan het ongeweten eind,
en vragen niet dan ten geleide
het licht dat soms van gene zijde
voor onze voeten schijnt.

Jean Pierre Rawie (*1951)



Avond van de Poëzie 2012


Lees de hele bundel


Een dame

[...]

U wilt het toch wel serieus?
U bent er zeker van? Want heus…
Ja, zei de dame, ja, o ja.
Welnu, zei hij. Voilà.

Het was er een, ze had een ziel.
Die haar aanvankelijk beviel.
Maar toch, na verloop van tijd
wou ze ‘m kwijt.
Ze vond hem lastig en erg zwaar
en eigenlijk onhandelbaar.
Ze vroeg in Arnhem en Den Briel:
Wie wil er een gebruikte ziel?
Z.g.a.n. Maar iedereen
Zei: gunst, we hebben er al een.
[...]

Annie M.G. Schmidt (1911-1995)



Avond van de Poëzie 2011

Lees de hele bundel


Tijd

Ik droomde, dat ik langzaam leefde…
langzamer dan de oudste steen.
Het was verschriklijk: om mij heen
schoot alles op, schokte of beefde,
wat stil lijkt. ‘k Zag de drang waarmee
de bomen zich uit de aarde wrongen
terwijl ze hees en hortend zongen;

terwijl de jaargetijden vlogen
verkleurende als regenbogen…
Ik zag de tremor van de zee,
zijn zwellen en weer haastig slinken,
zoals een grote keel kan drinken.
En dag en nacht van korte duur

vlammen en doven: flakkrend vuur.
– De wanhoop en welsprekendheid
in de gebaren van de dingen,
die anders star zijn, en hun dringen,
hun ademloze wrede strijd…
Hoe kón ik dat niet eerder weten,
Niet beter zien in vroeger tijd?
Hoe moet ik het weer ooit vergeten?

M. Vasalis (1909-1998)

 


Avond van de Poëzie 2010

Lees de hele bundel

 


Binnen de spiegel

De menselijke mond waarmee,
nee, waarboven mijn ogen turen
in hun kleine ietwat rood
omrande overburen
beweegt iets en zegt ‘Nee.
Nog niet dood’.

Leo Vroman, 93 jaar oud (1915-2014)


Avond van de Poëzie 2009

Lees de hele bundel

 


Winter

De sterren wintertintelen
en de maan
doorschijnt de melkwegnacht.
Het kraakt van sneeuw op de aarde
waar ik ga,
een nieteling, een adem wit,
een ademdamp van liefde en poëzie.

Ida Gerhardt (1905-1997)


Avond van de Poëzie 2008

Lees de hele bundel

 


Op het gezigt van trekkende kraanvogels

Laatst, als ik, op mijn eenzaam pad,
Door Wijnmaands bleeke loovers trad,
Zoo kwam van ver een vreemd gerucht,
Zoo kwam een lange Kranenvlugt,
En hield naar’t wijkend avendlicht
Het spitse van heur schaar gerigt.

Ontging ze ’t volgend oog weldra,
Ze liet me een diep gepeinzen na.
Ik dacht: wat hier omlaag geschiedt,
Des kreunt zich ginds de vogel niet.

[ ... ]

A.C.W. Staring (1767-1840)



Avond van de Poëzie 2007

Lees de hele bundel

 


Mijn dag is dwaas en uit het lood:
Ik vraag een bedelaar om brood
En schenk een rijkaard een kopeke,

Ik geef een dief mijn sleutelbos
En ik blanket mijn bleke blos,
Tracht zonlicht in mijn naald te steken.

De arme geeft geen brood aan mij,
De rijke schuift mijn geld opzij,
Het licht wil zich niet laten strikken,

De dief breekt zonder sleutel in,
De dag is roemloos, zonder zin –
Ik, dwaas, barst uit in hete snikken.

Marina Tsvetajeva (1892-1941)



Avond van de Poëzie 2006

Lees de hele bundel

 


Je weet nooit zeker
wat het is dat
door de lucht beweegt

zo ver weg ook
zoveel hoger

je kan alleen maar hopen
dat het iets is onderweg
naar een mooier plekje

een oude duif
naar zijn duivin

Jo Govaerts (*1972)



Avond van de Poëzie 2005

Lees de hele bundel

 


Aardrijkskunde

zij had een onvoldoende
voor aardrijkskunde
de laatste dag
maar wist een week later
precies waar Treblinka lag

héél even maar

Ida Vos (1931-2006)


Avond van de Poëzie 2013 Avond van de Poëzie 2013


Avond van de Poëzie 2004

Lees de hele bundel

 


Even rustig aan

Even de woordbrij van de kaak gevaagd
de dingen waar het tenslotte om gaat
zijn af te doen met een enkele syllabe
kort als een kopstoot
een kuchje
ook wel (wanneer geen adem)

even de smakkende taal
van de lip gelikt de smaak
even bepaald van wat er
aan zwijgen over was even
de bulderende tekens teruggebracht
tot: tja...

Ellen Warmond (1930-2011)



Avond van de Poëzie 2003

Lees de hele bundel

 


v/h boer

In zijn nieuwe functie
leverancier van landschap
produktieleider van een
genummerd akkerpark

De aren bijgepunt, met de eg
wat sierlijke patronen, de mest-
hoop in het verlengde van het hek gelegd

's Middags de koeien laten loeien
de schaapjes aangekleed en
niet vergeten naar het ei te kijken

's Avonds spot aan zodat tractoren
'net enge beesten' lijken, het graan
op mensen wuivend in een zaal

In bed een kaartje bij zijn
vrouw gekocht, slaapt hij
heel erg voorzichtig in

Om vier uur zal hij wakker worden
zijn dummy buitenzetten
de band met stalgeluiden aan

Maar nu, nu slaapt hij en diep
in het holst van zijn denken
groeit hij uit tot een
knoert van een boer.

J. Bernlef (1937-2012)